PB | België neemt een ambitieus federaal plan voor duurzame ontwikkeling aan
Onder impuls van federaal minister van Duurzame Ontwikkeling, Zakia Khattabi, heeft de ministerraad van vandaag vrijdag 1 oktober het Federaal Plan voor Duurzame Ontwikkeling (FPDO) goedgekeurd. Dit document komt er op de eerste verjaardag van de regering, binnen de wettelijke vastgestelde termijn, voorziet de regering van een Governance kader gebaseerd op de SDGs en komt op een ambitieuze manier tegemoet aan de “Decade of Action” van de Verenigde Naties, die oproept om tegen 2030 versneld werk te maken van oplossingen waarmee op een duurzame wijze het hoofd kan worden geboden aan de wereldwijde uitdagingen die opgenomen zijn in de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (of SDG’s - Sustainable Development Goals).
Hoewel de wet van 5 mei 1997 een dergelijk plan verplicht stelt, dateert het vorige federaal plan van de periode 2004-2008. Het werd destijds gedragen door staatssecretaris Olivier Deleuze. Sindsdien werd geen enkel nieuw plan goedgekeurd door de federale regering.
“Het verheugt mij dat de situatie vandaag eindelijk wordt rechtgezet. Wij moeten absoluut op ons niveau kunnen bijdragen aan een versnelde implementatie van duurzame oplossingen voor de grote uitdagingen waarmee de wereld geconfronteerd wordt”, aldus de minister. “Het plan, dat aan een voorafgaandelijke raadpleging werd voorgelegd, behelst niet enkel de drie klassieke pijlers van de duurzame ontwikkeling (economie, sociale pijler en leefmilieu). Het reikt ook voorstellen en denkpistes aan over andere transversale thema’s, zoals gender en het principe dat niemand achterwege mag gelaten worden (Leave no one behind).”
Het plan legt de nadruk op het interministerieel optreden inzake duurzame ontwikkeling en geeft duidelijk aan dat, in de ogen van de Vivaldi-regering, duurzame ontwikkeling - net zoals het klimaat - een zaak is van iedereen.
Enkele van de talrijke maatregelen zijn de versterking van een geïntegreerde en gecoördineerde klimaataanpak; het principe “Eén wereld, één gezondheid” (One World, One Health), dat ertoe strekt de burgers en hun leefmilieu op een zelfde manier te beschermen tegen verschillende schadelijke stoffen (hormoonverstoorders, enzovoort); de uitwerking van een strategie voor duurzame financiering, die ervoor zorgt dat de financiële stromen heroriënteerd worden naar duurzame investeringen; de integratie van de genderdimensie in de federale beleidslijnen teneinde rekening te houden met de verschillende situaties van vrouwen en mannen; de ontwikkeling van een alternatief mobiliteitsbudget dat door de werkgever wordt toegekend aan de werknemers die geen bedrijfswagen bezitten, evenals de versterking en de vereenvoudiging van het bestaande mobiliteitsbudget.