PB | Zakia Khattabi kondigt 3,25 miljoen euro aan om ontwikkelingslanden te ondersteunen hun klimaatengagementen na te komen.
Tijdens COP27 in Sharm El-Sheikh kondigde de federale minister van Klimaat Zakia Khattabi een financiële bijdrage aan voor twee internationale samenwerkingsprogramma’s die tot doel hebben de ontwikkelingslanden te ondersteunen om hun engagementen onder het akkoord van Parijs na te komen. Er zal 2 miljoen euro gaan naar NDC Partnership en 1,25 miljoen euro naar het project Climate Promise van UNDP. Hierbij gaat het om een tweede schijf van een samenwerking die vorig jaar reeds is opgestart.
"Door zich te verbinden tot het Akkoord van Parijs, engageerden de participerende landen zich om hun klimaatdoelstellingen de definiëren, nationale plannen uit te werken en regelmatig te rapporteren over hun emissiereducties. Terwijl de klimaatcrisis een zware impact heeft, hebben sommige partnerlanden van de Belgische ontwikkelingssamenwerking het moeilijk om aan hun verplichtingen te voldoen. Met deze financiële steun, zorgen we ervoor dat ze de nodige ondersteuning krijgen”, zegt Zakia Khattabi.
Het NDC Partnership (Nationally Determined Contributions), telt meer dan 200 leden, waaronder geïndustrialiseerde landen, ontwikkelingslanden en talrijke instellingen. Dit Partnerschap werkt als een platform waar de diversiteit aan leden het mogelijk maakt om ondersteuning “op maat” te bieden aan landen die het nodig hebben. Het Partnerschap focust voornamelijk op de ontwikkeling van de nationaal bepaalde bijdragen aan het Akkoord van Parijs.
Climate Promise, een initiatief van Het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties, focust op het ondersteunen van de capaciteiten in landen om de impact van hun beleid te meten en te rapporteren volgens de afgesproken regels. Dit maakt het mogelijk om vooruitgang zichtbaar te maken en op mondiaal niveau een betrouwbare stand van zaken op te maken.
ZK: “Transparantie is essentieel als we het vertrouwen tussen de partijen willen garanderen, en om een goed zicht te krijgen van de stand van zaken wereldwijd. Op federaal niveau creëerde ik het governance kader voor het klimaatbeleid. Op internationaal niveau ondersteunen we landen om, in functie van de nationale institutionele context, een gepast kader uit te werken en dit regelmatig te kunnen opvolgen. Via de samenwerking met mijn collega Frank Vandenbroucke zorgen we ervoor dat die steun vooral toekomt bij de partnerlanden van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking”.