De Morgen | Klimaatdoelen voor hele federale regering: elke minister wordt klimaatminister
Alle ministers van de federale regering die ook maar iets met klimaat te maken hebben, zullen voortaan klimaatambities op zich nemen waar ze om het half jaar op geëvalueerd worden. ‘De klimaatcrisis is te alomvattend om ze enkel vanuit mijn kabinet aan te pakken’, zegt klimaatminister Zakia Khattabi.
“Ik ben dan wel klimaatminister, maar eigenlijk zijn al mijn collega’s in de regering ook verantwoordelijk voor klimaat”, zegt Khattabi. “Denk maar aan groenere fiscaliteit via de economieminister of vergroening van de scheepvaart via de mobiliteitsminister.”
Om ‘de beleidsilo’s’ te doorbreken en het steeds nijpender probleem dus systematisch en diepgaander aan te pakken, zoals de Europese Commissie en de OESO ons land met klem aanraden, verbinden alle federale ministers er zich voortaan toe precieze klimaatdoelen na te streven. Die liggen in lijn met de Europese doelstelling om de broeikasgasuitstoot tegen 2030 met 55 procent te doen dalen en om tegen 2050 klimaatneutraal te zijn.
Op basis van de groene voornemens in het regeerakkoord, in het relanceplan en in het Nationaal Energie- en Klimaatplan spreken de federale ministers nu af dat alle betrokken kabinetten, van Overheidsbedrijven tot Volksgezondheid, elk een gedetailleerd stappenplan indienen om die vaak nog vage voornemens binnen hun domein concreet uit te werken, te becijferen en waar te maken.
Er zijn 22 beleidsdomeinen die daarbij prioriteit moeten krijgen. Het gaat onder andere om fiscaliteit, energie, mobiliteit, openbare gebouwen en internationale samenwerking. Voorbeelden zijn het fiscale gunsttarief voor de bedrijfswagens afbouwen (minister van Economie Van Peteghem, CD&V), de internationale klimaatfinanciering – waarin België achterop hinkt – (minister Meryame Kitir, Vooruit), en verzekeren dat de overheidsbedrijven vergroenen (minister Petra De Sutter, Groen).
Ministers van Pensioenen, Defensie en Buitenlandse Zaken zijn hier vooralsnog niet aan zet. Maar de aanpak doorheen zo veel mogelijk kabinetten heen kan altijd nog uitgebreid worden, zo staat in de nota.
Er zijn nog geen becijferde plannen, maar die moeten er dus komen.
Wat een kabinet exact zal doen, hoe, tegen wanneer en met assistentie van welke instellingen moet volgens het nieuwe akkoord allemaal in die stappenplannen staan. Ook zal meegegeven worden welke ‘indicatoren’ of ‘parameters’ gemeten kunnen worden om na te gaan of een kabinet zijn klimaatbeloftes ook daadwerkelijk aan het uitvoeren is.
Tegen juni moeten al die plannen op de InterKabinetaire Werkgroep liggen en ten laatste eind september dient iedereen een definitieve versie in op de ministerraad. Om het half jaar zal de IKW doorlichten wie zijn doelen aan het halen is. In een publiek syntheserapport zal iedereen kunnen lezen hoe goed of hoe slecht dat gaat en de ministerraad zal voor slechte leerlingen telkens adviezen en eventueel extra maatregelen formuleren.
REVOLUTIONAIR
Een echte afstraffing is dat natuurlijk niet, maar Khattabi maakt zich sterk dat doelen expliciteren en concretiseren, publiek maken en aan een deadline koppelen de kabinetten alvast flink meer zal motiveren dan de eerder omfloerste princiepsakkoorden die er tot nu slechts zijn.
“Idealiter stemt België een nationale klimaatwet zoals de OESO ons aanbeveelt, maar daar is op het niveau van de deelstaatregeringen geen politieke wil voor”, zegt Khattabi. “Met deze nieuwe werkmethode op federaal niveau hopen wij wel alvast het klimaatbeleid in ons land op deze manier te verstevigen. Het is ook de bedoeling dat het principe van klimaatdoelen voor alle ministers blijft bestaan, ook in toekomstige regeringen.”
Eind oktober had de minister al een eerste oproep aan haar collega’s gedaan om hun klimaatplannen in het kader van het regeerakkoord voor te leggen. “De antwoorden daarop waren eerlijk gezegd nog te mager, dus ik ben blij dat we nu een akkoord hebben hierover”, zegt Khattabi. “Deze manier van werken is eigenlijk revolutionair. Geen ander land in Europa pakt het al zo aan.”