Speech | OCDE

Om te beginnen wil ik alle sprekers en de onderzoekende landen bedanken. Zij hebben belangrijke opmerkingen gemaakt en de noodzaak onderstreept van transversale en proactieve acties in een geïntegreerde visie op nationaal niveau. Vanuit dit oogpunt preekt u voor uw eigen parochie, want als ecologiste staat de systemische benadering centraal in mijn analyses en mijn handelen.
Vandaag zijn er helaas weinig verrassingen, aangezien uw analyses en aanbevelingen samenvallen met eerdere verslagen (het verslag over de toestand van het milieu (SOER) of de analyse van het NECP door de Commissie).
Ik betwist dus geen enkele van uw analyses, ik heb een situatie geërfd en het is belangrijk dat ik naar de toekomst kijk om te reageren, om opgewassen te zijn tegen de uitdaging van deze eeuw.
Wat de toekomst betreft op federaal niveau: het gaat om een ontwerp van een federaal plan voor duurzame ontwikkeling (het eerste in meer dan 10 jaar) dat vorige week door de regering is goedgekeurd en waarover nu een openbare raadpleging wordt gehouden. Ik wil ook aankondigen dat deze week aan de ministerraad een mechanisme voor klimaatgovernance wordt voorgelegd voor de uitvoering van federaal klimaatbeleid en federale klimaatmaatregelen 2021-2030 (PAM’s) ter vermindering van de uitstoot van broeikasgassen - op basis van de PAM's die zijn geïdentificeerd in de federale bijdrage aan het NCCP en de acties die zijn aangekondigd in het regeringsakkoord - en voor de ontwikkeling van een samenhangend pakket federale maatregelen voor aanpassing.
Klimaatneutraliteit tegen 2050 en de noodzaak om de ambities voor het volgende decennium te verhogen, zijn centrale elementen van de Europese Green Deal, die wij steunen. De groene en rechtvaardige transitie is een van de pijlers van de Europese, en dus Belgische, aanpak van het herstel tijdens en na de post-covidscrisis, met inbegrip van de noodzaak om klimaatmaatregelen te integreren in het nationale herstel- en veerkrachtplan.
In dit verband werkt deze regering aan een ingrijpende belastinghervorming die moet bijdragen tot onze klimaat- en milieudoelstellingen, gebaseerd op het beginsel dat de vervuiler betaalt en waarbij het gebruik van fossiele brandstoffen geleidelijk wordt ontmoedigd.
Twee jaar geleden is - met ruime inbreng van alle actoren - veel werk verricht voor een grondige analyse van mogelijke scenario's voor de invoering van een koolstofprijs in de niet-ETS-sectoren. Het in aanmerking nemen van de verdelingseffecten voor kwetsbare huishoudens was een centraal element van deze oefening. Mijn doel is om op deze ervaring voort te bouwen.
Wij leggen momenteel de laatste hand aan een uitgebreide inventaris van subsidies voor fossiele brandstoffen en het nationale energie- en klimaatplan roept ons op een actieplan te ontwikkelen om deze subsidies dit jaar weer geleidelijk af te schaffen.
De belastinghervorming zal de vraag naar groene financiering doen toenemen. Daarom zullen wij ook werken aan een groene financieringsstrategie om de financiële sector te begeleiden bij het afstemmen van zijn activiteiten op onze klimaatdoelstellingen.
Bij veel van deze aspecten zal rekening moeten worden gehouden met de noodzaak van samenwerking met al onze partners, de 3 regio's in het bijzonder. Verbetering van de samenwerking tussen alle entiteiten vormt de kern van het regeerakkoord van de huidige federale regering. Maar dat geldt ook voor de dialoog met de samenleving als geheel, omdat dit een voorwaarde is voor het bereiken van de systemische veranderingen die nodig zijn voor de groene en rechtvaardige overgang.
Dit is voorgesteld door de OESO, maar wij herhalen dat België zich volledig schaart achter het Europees Actieplan voor de Circulaire Economie en de Nieuwe Industriële Strategie. Er zal inderdaad een nieuw federaal actieplan inzake de circulaire economie worden aangenomen. Productbeleid zal van het grootste belang zijn, met de nadruk op ontwerp voor demontage, hergebruik en recycling van hoge kwaliteit. Ook de bestrijding van voortijdige veroudering zal een prioriteit zijn.
Zoals de OESO heeft opgemerkt, ontbreekt het België aan gemeenschappelijke beleidsdoelstellingen voor de circulaire economie. Ik zal deze kwestie behandelen in het kader van het nationale platform voor de circulaire economie, aangezien dit inderdaad belangrijk is om onze ambitieuze doelstellingen te bereiken.
De federale ministers steunen en bevorderen het beginsel "One World, One Health" door gezondheid in al haar componenten op de voorgrond te plaatsen. Wat de zorg om de luchtkwaliteit betreft, steunen wij de versterking van het beleid, de maatregelen en de activiteiten op het gebied van markttoezicht met betrekking tot luchtverontreinigende stoffen afkomstig van wegvervoer, off-road motoren en verwarmingstoestellen op Europees en Belgisch niveau.
Vorige week was ik verheugd over de goedkeuring van de Europese strategie voor chemische stoffen, waarin een ambitieuze en proactieve koers wordt uitgezet om tot een duurzame chemie te komen. Sommige zorgwekkende stoffen, zoals “de eeuwige chemicaliën” en hormoonontregelende stoffen, vormen een echte uitdaging vanwege hun mogelijk onomkeerbare gevolgen voor het milieu en de volksgezondheid. In dit verband zullen wij handelen in overeenstemming met het beginsel "One World, One Health” door (bio)monitoringprogramma's uit te voeren en zullen wij deelnemen aan het nationale watermonitoringsplan. Wij zullen ook een nationaal plan inzake hormoonontregelaars uitvoeren en actief deelnemen aan Europese onderzoeksprogramma's zoals menselijke biomonitoring voor de EU.
De controle op de conformiteit en de gevaarlijkheid van producten (biociden, chemische producten, enz.) op de Belgische markt is ook een aandachtspunt: de controle op de onlineverkoop zal moeten worden afgestemd op de fysieke controle die in de bedrijven wordt uitgevoerd.
De ontwikkeling van producten met meer respect voor de biodiversiteit van hier en elders is voor mij van essentieel belang. Naast onze verbintenissen binnen de EU heeft ons land zich ertoe verbonden de ingevoerde ontbossing te bestrijden via een taskforce die concrete maatregelen zal voorstellen, waaronder ambitieuze publiek-private partnerschappen en samenwerking binnen BENELUX. Het verheugt mij dat België zich, zoals aanbevolen door de OESO, heeft aangesloten bij het partnerschap van de Verklaring van Amsterdam.
Ten slotte zal ik de besprekingen over de onlangs door de Commissie voorgestelde aanpassingsstrategie op de voet volgen. De gegeven richting en de getoonde ambitie moeten de Belgische actoren inspireren wanneer een nieuw Belgisch nationaal aanpassingsplan wordt overwogen.
Ik dank u voor uw aandacht en ik dank u nogmaals voor het verrichte werk en onze besprekingen van vanmorgen:
- OESO, de heer Rodolfo Lacy, en het EMA, de heer Hans Bruyninckx
- Ambassadrices mevrouw Régine Vandriessche, mevrouw Christiane Malcorps en minister Céline Tellier
- Het CCPIE, de heer Pierre Kerkhofs
- Onze collega's van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en hun medewerkers
- De deskundigen van de Belgische administraties voor hun deelname aan de evaluatie van de milieuprestaties in de afgelopen 18 maanden, in het bijzonder mijn eigen DG Milieu, en in het bijzonder Stéphanie Baclin