Médias

Opinie | Europese Unie: we mogen onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen niet inruilen voor afhankelijkheid van kritieke grondstoffen

Crisissen volgen elkaar op en hebben dit gemeen dat ze wijzen op de noodzaak om meer in te zetten op anticipatie, op preventie en op strategische prognose. Zulks zowel om gevolgen ervan te verhinderen als om de hevigheid van hun impact op ons dagelijks leven snel en efficiënt te kunnen opvangen.

Naast de forse stijging van de energiekosten die we vandaag ondergaan, en waarop we in allerijl reageren met dringende maatregelen, dreigen ook de prijzen voor zware metalen de pan uit te swingen. Indien we ons daar vandaag niet om bekommeren, kan dit mogelijks dezelfde gevolgen hebben als wat we meemaken met energie. De ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen, de verlenging/ontwikkeling van de kerncentrales, de elektrificatie van de mobiliteit – die in het vooruitzicht staan – of nog onze digitale behoeften, geven aanleiding tot een mechanische stijging van de vraag naar zeldzame metalen en moeten ons doen anticiperen op nieuwe kwetsbaarheden die verband houden met de beschikbaarheid van zeldzame aardmetalen en van kritieke metalen. Net zoals voor energie hebben de uitdagingen betrekking op het milieu, op de economie en ook op de geopolitiek, gelet op onze afhankelijkheid van een beperkt aantal productielanden (China, de Democratische Republiek Congo, ...).

Het overdreven gebruik van grondstoffen werd al in 1972 aangeklaagd in het rapport "Limits to Growth" van de Club van Rome. Maar onderzoekers en wetenschappers zijn zich pas 10 à 15 jaar geleden, in de context van de ontwikkeling van de digitale sector, nader gaan buigen over de stromen en het gebruik van bepaalde grondstoffen, wat o.a. heeft geleid tot het ontstaan van het begrip “kritieke grondstoffen”. 

Zo publiceerde de Europese Commissie in 2011 een eerste lijst van 14 kritieke grondstoffen voor de Europese economie. Sindsdien werd de lijst almaar langer, in die mate zelfs dat er een dertigtal grondstoffen vermeld waren in 2020. De ‘kritieke” aard heeft niet zozeer te maken met de geologische reserves als dusdanig maar eerder met de zeldzaamheid als gevolg van de “wetten” van de markt en van de geopolitieke relaties. Daarbij dient ook te worden opgemerkt dat nog andere grondstoffen (bijvoorbeeld kwartszand, nikkel, ...), waarvan we eveneens gebruik maken in onze productie- en consumptiepatronen, zeldzamer worden hoewel ze niet op de lijst voorkomen. Talrijke wetenschappelijke rapporten, werken en artikelen leggen de nadruk op de “hulpbronnenoorlog” die wereldwijd woedt. 

Europa mag niet passief blijven toekijken op een dergelijke evolutie. Janez Potočnik, voormalig Europees commissaris en covoorzitter van het International Resource Panel, is er de voorbije jaren blijven op hameren dat de circulaire economie de ontbrekende schakel was in de strijd tegen de klimaatverandering. “En voor de energieonafhankelijkheid”, zou ik aanvullen wat mij betreft. Indien we vandaag, op het niveau van de Europese Unie en in elke lidstaat, ons niet gaan bekommeren om de uitputting van de grondstoffen, dreigen we onze overgang naar een koolstofarme maatschappij duur te betalen of zelfs onmogelijk te maken. We hebben als collectieve uitdaging om een antwoord te bieden op deze crisis door te investeren in innovatie om die zeldzame metalen in Europa te produceren, enerzijds, en door een ambitieuze circulaire economie tot stand te brengen, anderzijds.

Door de gebruikswaarde van producten, van onderdelen en van materialen zo lang mogelijk in de economie te houden via een intelligente ecodesign van de producten, hun hergebruik en/of een gedeeld gebruik ervan, herstelling, recycling, recuperatie van wisselstukken of uiteindelijk recyclage, staat de circulaire economie garant voor de lange termijn duurzaamheid van de economische activiteit. Zodoende worden de extractie en consumptie van natuurlijke hulpbronnen, de uitstoot van afval en vervuilende stoffen en het landgebruik binnen de perken van de planetaire grenzen gehouden.

België heeft zijn eigen plan voor een circulaire economie. Daarin zijn 25 maatregelen opgenomen, gaande van ecodesign van producten, over een herstelbaarheidsindex voor producten bij de aankoop ervan tot het bannen van de wegwerpproducten. Voorts heb ik het voorstel op de tafel van de regering gelegd om een observatorium op te richten dat de stromen van de grondstoffen naar, in en vanuit België, inclusief de prijsevolutie, op de wereldmarkt zal analyseren. Er moet evenwel verder worden gegaan, veel verder. “De ambitie moet Europees gedragen worden. Het is hoog tijd dat er massaal ingezet wordt op onderzoek en ontwikkeling van alternatieve materialen, maar dat ook de vraag naar grondstoffen beperkt wordt. Er is ook nood aan een investeringsplan voor de Europese uitbouw van een circulaire economie die opgewassen is tegen deze uiterst belangrijke uitdaging voor de toekomst van ons allemaal. Regeren is vooruitzien!