Minister Khattabi verwoordt prioriteiten voor het toekomstige Europese klimaatbeleid
Naar aanleiding van de parlementaire vragen in de commissie Klimaat (8 juni) gaf klimaatminister Zakia Khattabi (Ecolo) meer uitleg bij haar prioriteiten voor het toekomstige Europese klimaatbeleid. Het pakket “Fit for 55”, dat op 14 juli wordt voorgesteld, moet streven naar een evenwichtig pakket van regelgeving en beprijzing van broeikasgassen , zodat een rechtvaardige transitie gegarandeerd is.
De federale regering steunt ten volle de Europese reductiedoelstelling van 55% tegen 2030. Die moet worden behaald met echte reducties, eerder dan te rekenen op koolstofputten. Minister Khattabi onderstreepte in haar parlementair antwoord het belang van het pakket aan maatregelen dat de Europese Commissie zal voorstellen op 14 juli om die hogere klimaatambitie voor 2030 waar te maken:
“Het belang van het ‘fit for 55’ pakket kan niet onderschat worden. Het zal niet alleen bepalen of we in Europa onze ambitieuze klimaatdoelen halen maar ook of we er een sociaal en economisch succes van maken. Zullen onze bedrijven nog meetellen in de economie van de toekomst en gaan we de goedbetaalde jobs hier creëren? Ook dat is de inzet!”, beklemtoont minister Khattabi.
Maar de minister wees ook op de positie op hoofdlijnen van de federale regering met betrekking tot het ‘fit for 55’ pakket. Cruciaal Europees beleid, zoals de CO2-normen die autoproducenten moeten waarmaken, bevindt zich nog te veel in de schaduw van het debat:
“Voor mij is het kernpunt dat we ijveren voor de best mogelijke mix van instrumenten op Europees niveau, waarbij we vast houden aan wat goed werkt en aanvullen waar nodig. Zo maakt de Europese auto-industrie met oa. Volkswagen als grootste autoproducent ter wereld, nu volop de omslag naar emissievrije voertuigen. Dat komt door de Europese normen voor CO2 waarvan we willen dat die verder aangescherpt worden, zodat er enkel nog emissievrije wagens op de markt komen.”
Het bestaande Europese beleidskader kan aangevuld worden rond koolstofbeprijzing voor sectoren die er nog buiten vallen.
Daarom steunt de federale regering de opname van de maritieme sector in het Europese systeem voor emissiehandel (EU ETS). De koolstofprijsopbrengsten vanwege maritieme uitstoot moeten bijdragen aan klimaatneutrale innovatie in deze sector. Daarnaast staat de federale regering open voor een grensheffing rondom Europa, waardoor ook de import een koolstofprijs zal doorgerekend krijgen.
Voor de huidige non-ETS sectoren, met name transport en gebouwen, wil de minister voorzichtigheid aan de dag leggen. Koolstofbeprijzing kan pas als er voldoende sociale garanties zijn en een sterk sociaal woonbeleid:
“We willen garanties voor rechtvaardigheid en solidariteit en het aanpakken van de sociale gevolgen vooraleer gezinnen geconfronteerd worden met een koolstofprijs”, benadrukt de minister van Klimaat. “Het zijn de lokale en regionale overheden die het meeste werk zullen moeten doen om klimaatoplossingen mogelijk te maken voor de gezinnen. Zonder fietspaden, laadpalen of warmtenetwerken kunnen gezinnen niet overschakelen naar vergroening. Ik keer me dus tegen de fixatie van economen op een koolstofprijs. Maar ik verval ook niet in het andere extreem. Een koolstofprijs heeft wel degelijk nut, als hij op een correcte manier wordt ingevoerd. Daarmee bedoel ik het terugsluizen van de middelen naar de gezinnen en ondernemingen zodat de koolstofprijs progressief is en middelen genereert om te investeren.”
Minstens even belangrijk dan de koolstofprijs zijn dus sterke, regulerende maatregelen. Gelijkaardige sterke standaarden en normen moeten ook overwogen worden voor verwarming en koeling in de gebouwensector, met bijkomende inspanningen om de betaalbaarheid van toestellen te verbeteren.