PB| Na kennisname van de studie van Sciensano; Zakia Khattabi eist strikte normering voor mondmaskers op de Belgische markt
Mondmaskers zijn een belangrijk middel in de strijd tegen de COVID-19 pandemie. De aanwezigheid van verschillende soorten maskers op de markt maakt het des te belangrijker de fabrikanten te onderwerpen aan strenge voorschriften die de gezondheid van onze burgers in alle omstandigheden waarborgen.
Net daarom ijvert de Minister van leefmilieu, Zakia Khattabi, voor een regelgevend kader om de bevolking te kunnen garanderen dat de mondmaskers op de Belgische markt veilig zijn voor zowel leefmilieu als volksgezondheid.Onderzoek door Sciensano, heeft aangetoond dat er (eco)toxische stoffen (zilver, zink, koper, grafeen en titaniumdioxide) aanwezig kunnen zijn in deze maskers. Deze stoffen worden toegevoegd omwille van uiteenlopende redenen, gaande van het wit kleuren en beschermen van de maskers tegen UV stralen tot het gebruik als biocide om de mondmaskers te beschermen tegen bacteriën, virussen en andere organismen.
Hoewel er actueel weinig studies bestaan over de schadelijkheid van de chemische stoffen in deze maskers bij gebruik, is het pertinent dat we het voorzorgsbeginsel niet uit het oog verliezen en de gezondheid van ons milieu en de mens steeds centraal zetten. Voor het milieu kunnen deze chemische stoffen in mondmaskers namelijk een gevaar vormen. Deze stoffen kunnen vrijgesteld worden tijdens de productie, het gebruik, en het verwijderen van de behandelde mondmaskers. Vervolgens kunnen ze zich verspreiden in het milieu; met vervuiling van water, bodem en lucht tot gevolg. Voor sommige van deze chemische stoffen in mondmaskers werd de toxiciteit voor het milieu reeds aangetoond. Zo weten we dat onder andere zilver zeer toxisch is voor in water levende organismen, met langdurige gevolgen. Daarnaast kunnen op dit ogenblik ook potentiële negatieve effecten op de volksgezondheid ten gevolge van het inademen van bepaalde chemische stoffen tijdens het dragen van mondmaskers niet uitgesloten worden. De EU-wetgeving inzake chemische stoffen biedt actueel echter geen transversale oplossing om bepaalde van deze technieken of stoffen eventueel te verbieden in mondmaskers en om de consument te informeren.
“De aanwezigheid van bepaalde chemische stoffen in mondmaskers verontrust me reeds lang, omwille van de mogelijke impact op de gezondheid van ons milieu en ook de mens. Zodra de eerste resultaten beschikbaar werden betreffende de aanwezigheid van nanopartikels in mondmaskers heb ik het initiatief genomen om mijn administratie dit te laten evalueren, in gesprek te gaan met de sector en een wetgevend kader uit te werken die mondmaskers garandeert die veilig zijn voor het leefmilieu en ook onze gezondheid. Mijn collega minister bevoegd voor volksgezondheid, Frank Vandenbroucke, werd door mij van bij de start betrokken bij dit initiatief en zal dit mee ondersteunen. Ik hoop op korte termijn een wetgevend kader binnen België te kunnen uitwerken dat zowel het milieu als de volksgezondheid beschermt en ten allen tijde het voorzorgsprincipe respecteert”.
Minister Khattabi heeft het initiatief genomen om een wettelijk kader op te stellen dat de kwaliteit en veiligheid van deze mondmaskers garandeert, en vanuit een “One World, One Health” principe garandeert dat zowel het leefmilieu als de volksgezondheid beschermd worden. Er werd aan haar administratie gevraagd om een voorontwerp Koninklijk Besluit betreffende de registratie van mondmaskers die in België op de markt worden gebracht op te stellen. De bezorgdheid over de veiligheid bij vrijstelling van bepaalde chemische stoffen die deze maskers kunnen bevatten, nanotechnologieën inbegrepen, dient centraal te staan. Deze normering zal verder gaan dan enkel een verplichte etikettering en registratie en dient ook een verbod op (eco)toxische chemische stoffen in te voeren.